Maroockse kerkhoff
Actueel 204 keer gelezenWellicht één van de meest intrigerende namen die in het Brielse archief opduiken is die van een perceel gelegen achter de huizen van het Maarland Noordzijde, niet ver van de huidige Dijkstraat: het werd in de 17e eeuw het 'Marocos Kerkhof' genoemd. Naar de herkomst van de naam kunnen we slechts gissen.
In de Tachtigjarige Oorlog hadden de Staten-Generaal een verdrag met de koning van Marokko. Zij vonden elkaar in de gezamenlijke strijd tegen Spanje. Volgens dat verdrag moesten Algerijnse kapers die Nederlandse havens aandeden met respect behandeld worden. In 1623 viel zo'n kaperschip de haven van Veere binnen. Er ontstond beroering toen bleek dat christelijke slaven, Engelsen en Fransen, aan boord waren. Zij werden door de bevolking bevrijd. Dit bracht de Staten-Generaal in verlegenheid. Het verhaal ging ongetwijfeld snel rond.
Begin 1625 verbleef de ambassadeur van Marokko, Youssef Biscaïno, enige tijd met een gezantschap in Brielle, waarschijnlijk in de herberg 'De Toelast'. De mannen in hun traditionele kleding zullen een bezienswaardigheid geweest zijn. En dat niet alleen: velen zullen hen vooral als slavenhouders hebben gezien. Wat eraan vooraf ging is niet bekend, maar in februari 1625 werd de neef van de ambassadeur in Brielle doodgestoken door een kanonnier van het schip Utrecht, dat op dat moment voor Hellevoetsluis lag. Direct werden alle vluchtwegen afgezet en later tot in Schiedam, Rotterdam en Dordrecht gezocht. Zelfs werd er een beloning van 600 gulden uitgeloofd. Maar de dader, ene Gijsbrecht uit Rotterdam, werd nimmer gevonden. De Staten-Generaal, Prins Maurits en iedereen was geschokt en de moord zal niet licht vergeten zijn. Hoe vreemd is de gedachte dat de naam herinnert aan de plek waar die moord heeft plaatsgevonden?
Aart van der Houwen (aa.vander houwen@streekarchiefvp.nl)
