Drank maakt meer kapot...
Actueel 203 keer gelezenWillem Janse de Vinck uit Gouda had een kwade dronk en dat is hem noodlottig geworden. In dronkenschap sloeg hij alles kort en klein en schrok hij er niet voor terug om zijn mes te gebruiken. Zoals in juni 1714: na eerst thuis de ramen ingeslagen te hebben ging hij naar Thomas de Krom die hem een dag eerder, zoals hij zei, 'op zijn bek had geslagen'. Een buurvrouw probeerde hem nog de weg te versperren, maar hij drong het huis binnen, waar hij De Krom aantrof bij de haard, op het punt om naar bed te gaan. Voordat deze iets kon doen had Willem hem een mes in zijn borst gestoken. Hierop ging Willem naar huis, haalde wat kleren en ging naar zijn vader. De volgende dag – De Krom was inmiddels overleden - ontvluchtte Willem Gouda en nam hij in Rotterdam dienst bij de admiraliteit op de Maze. Als zodanig diende hij als matroos op een schip dat meevoer om de nieuwe koning van Engeland, keurvorst George van Hannover, naar Londen te begeleiden. Op 15 oktober zat zijn dienst er al weer op en werd hij in Hellevoetsluis afgedankt. Hij dook direct met wat vrienden een herberg in Nieuwenhoorn in. Dat liep uit op dronkenschap en ruzie met ene Douwe. Zijn woedde uitte hij op een ander: op het voetpad naar Brielle haalde hij de onderschrijver van zijn oude schip in en sneed hem in zijn gezicht. Hij werd opgepakt, ondervraagd en toen de schepenen ontdekten wie zij tegenover zich hadden, veroordeeld. Op 5 november 1714 werd Willem de Vinck, slechts twintig jaar oud, voor het stadhuis onthoofd. Opvallend is overigens dat zijn lichaam niet op Meeuwenoord, maar gewoon bij de kerk werd begraven.
Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvpr.nl)
