Het Blauwe Schaap
Actueel 290 keer gelezenIn het overlijdensregister van Brielle worden omstreeks 1750-1780 onwaarschijnlijk veel sterfgevallen vermeld in de herberg "Het Blauwe Schaap". Dat was voor mij aanleiding om eens te zien we de uitbater was. Dat bleek ene Philip Roggenbach, ongetwijfeld van Duitse komaf.
Naast herbergier was Philip tevens los werkman en als zodanig schepte hij in 1752 de diverse sloten in de stad uit. Het gezin had het niet breed. Toen in 1753 kort na elkaar twee zoontjes overleden en een dochtertje werd geboren, moest Philip uitstel vragen om zijn belasting te kunnen betalen. Het stadsbestuur was coulant en gaf hem bovendien toestemming om brandewijn te verkopen. Dit leverde kortstondig wat problemen op; zo moest Philip enige tijd "wegens desselfs dronkenschap en quaad gedrag" op water en brood zitten, maar daarna gingen de zaken beter. Na het overlijden van Philip zette zijn weduwe Elsje Groebe het bedrijf voort. Een jaar later raakte haar dochter Lijsbeth zwanger van een Waalse soldaat die vervolgens in het bedrijf kwam.
De komst van deze Pierre Josée gaf het Blauwe Schaap een impuls; echter niet ten goede. In 1775 werden vier publieke vrouwen, de jongste slechts 14 jaar oud, aangehouden. Dat de herberg geen goede naam had was mij inmiddels duidelijk, maar nergens was iets te merken van paniek over de sterfte onder de gasten. Toen in 1784 het Blauwe Schaap de deuren sloot kwam de aap uit de mouw. In het stadsbestuur werd aandacht gevraagd voor het feit dat er nu geen "bedelaarsdoelen" meer was in de stad. Blijkbaar werden bedelaars en arme passanten naar hier gestuurd. De bezoekers hadden veelal geen geld en behoorden letterlijk tot de zwaksten in de samenleving. Hun sterven werd in het overlijdensregister vermeld als: "een onbekende man in het Blauwe Schaap".
Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)
