Philippus Baldaeus en zijn knecht Gerrit Mossopotam. Collectie Rijksmuseum. De reproductie is te zien in Geervliet.
Philippus Baldaeus en zijn knecht Gerrit Mossopotam. Collectie Rijksmuseum. De reproductie is te zien in Geervliet. Foto: Rijksmuseum

Baldaeus, een bijzondere predikant in Geervliet

Actueel 470 keer gelezen

Toen in 1668 de Geervlietse predikant Johannes van Baarsenburg naar Geertruijdenberg werd beroepen en dit beroep aannam, leek er voor de zittende kerkenraad een drukke tijd aan te breken. De normale gang van zaken was in de 17de eeuw dat eerst aan het burgerlijk bestuur om handopening werd verzocht. Tenslotte was de Hervormde godsdienst de staatsgodsdienst. Dan volgden er vele bezoeken aan predikanten die als opvolger in aanmerking konden komen. Men wilde ze zelf horen preken. Als er dan tenslotte drie kandidaten waren overgebleven en men nummer 1 wilde beroepen was er goedkeuring nodig van de ruwaard van Putten. Die vertegenwoordigde de Staten van Holland en die moesten het salaris van de predikant gaan betalen.

Felix van Hoorn

Maar deze keer liep dat anders. Ruwaard Cornelis de Witt draaide het om. Hij beval zijn eigen kandidaat bij de kerkenraad aan. En een verzoek van de ruwaard… De hele gangbare procedure werd overgeslagen. Er werd een beroep gedaan op Philippus Baldaeus, die zijn werkzaamheden meteen kon aanvatten en pas later in 1669 door collega Kinthius uit Heenvliet werd bevestigd.

Een heel aparte gang van zaken, maar het betrof dan ook een heel aparte dominee. Geboren in Delft in 1632 verloor Philips Baelde – zoals hij oorspronkelijk heette – op 4-jarige leeftijd binnen enkele weken zijn beide ouders aan de pest. Hij werd opgevoed door zijn oom van moederszijde Robertus Junius, een predikant die werkzaam was geweest als zendeling op Formosa, het tegenwoordige Taiwan. Na de Latijnse school in Delft te hebben doorlopen studeerde de jonge Philips een jaar aan de Groningse hogeschool en liet zich in 1650 te Leiden inschrijven voor de studie theologie. In 1654 voltooide hij die studie en latiniseerde zijn naam – zoals toen gebruikelijk – tot Philippus Baldaeus. Hij werd in datzelfde jaar in Amsterdam bevestigd als predikant in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie om als zendeling te gaan werken in 'de afgelegene gewesten'. Hij trouwde nog voor zijn vertrek op een reis naar Batavia die bijna negen maanden duurde. Zijn vrouw overleed in Batavia, vermoedelijk nog als gevolg van de ontberingen van de reis.

Zoals vaker gebeurde kreeg hij niet direct een eigen gemeente. Hij werd als vloot- en legerpredikant ingezet op verschillende expedities. Zo kwam hij op Celebes (Sulawesi) en leerde de oost- en westkust van India kennen. Baldaeus was geïnteresseerd in al die vreemde dingen die hij tegenkwam en maakte overal aantekeningen en schetsen. Uiteindelijk belandde hij op Ceylon (Sri Lanka) waar hij een eigen gemeente kreeg. Voor zijn vertrek hertrouwde hij in Batavia met Elisabeth Tribolet. Hij leerde op Ceylon de taal (Tamiel) van de inheemse bevolking spreken en schrijven en legde vooral de nadruk op het onderwijs aan de jeugd. Hij reorganiseerde het onderwijs op het eiland en richtte een soort assemblee van predikanten op. Bij de autochtone bevolking maakte hij zich zeer geliefd, maar de leiding van de VOC vond hem te eigenmachtig. Het conflict werd op de spits gedreven en Baldaeus vertrok naar het vaderland. Voorlopig vestigde hij zich in Den Haag. Hij begon er zijn aantekeningen uit te werken met het plan die in boekvorm uit te geven.

In juni 1667 vond de befaamde Tocht naar Chatham plaats, waarin Cornelis de Witt een belangrijke rol speelde. Het succes werd in Holland feestelijk gevierd en naar goed gebruik kwam er ook een dankdienst. Daar hield Philippus Baldaeus de predikatie. Zo maakte De Witt kennis met deze man van de wereld, een man naar zijn hart. Als ruwaard van Putten wist hij enkele maanden later van de predikantsvacature in Geervliet. Zo kwam het tot zijn 'verzoek' aan de Geervlietse kerkenraad.

Baldaeus heeft in Geervliet de rust gevonden om zijn levenswerk te voltooien. Zijn boek ging heten: "Naauwkeurige beschrijvinge van Malabar en Choromandel, der zelver aangrenzende Rijken en het machtige Eyland Ceylon. Nevens een omstandighe en grondigh doorzochte ontdekking en wederlegginge van de Afgoderij der Oost-Indische heydenen…." een overvol titelblad alleen al. Hij voegde er nog een grammatica van de taal aan toe. In zijn dagen was het een informatiebron voor velen. Het boek verscheen in 1672 in druk met een opdracht aan Cornelis de Witt, die hij zag als zijn vriend en weldoener. Het boek werd vertaald in het Engels en Duits.

Philippus Baldaeus heeft de gedrukte versie van zijn boek nooit gezien. Hij overleed geheel onverwacht te Geervliet op 26 september 1671

Over het leven en werken van deze intrigerende figuur houdt schrijver dezes een lezing in de kerk van Geervliet op donderdag 12 september a.s. om 20.00 uur.

Kijk voor het laatste lokale nieuws uit Nissewaard op www.grootnissewaard.nl

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant