Afbeelding
Martin van Gurp
Zomaar een Briellenaar

Frans Kraaijenbrink

Algemeen 992 keer gelezen

Wie kent Frans Kraaijenbrink niet? Vanaf de eerste dag van zijn huwelijk in 1973 met Thea woont hij in Brielle. Hij kwam van Rockanje en zij kwam van Rhoon. De twee wonen nog steeds in hun eerste Brielse woning. Ze zijn nooit verhuisd. Wat Frans betreft, gaat dat ook niet gebeuren.

"Ik heb heel wat te vertellen", begint Frans en hij wijst naar de herinneringen die voor hem op tafel liggen in de vorm van verschillende (plak)boeken. Ik had mijn militaire diensttijd er op zitten, toen ik aan de slag kon bij de vrijwillige politie. Dat was in juni 1978. Officieel heette dat de reserve-rijkspolitie.”

Een lange carrière volgde. In zijn verhaal noemt Frans de ene datum na de andere. Bij bijna alles wat hij vertelt, staat zijn politiewerk centraal. “Op 1 april 1994 - en dat is geen grap - kwam ik door een reorganisatie bij het Regionale Politiekorps Rotterdam-Rijnmond, district “De Eilanden” basiseenheid Voorne." Het is een mond vol dat op de juiste manier in de krant moet. "Mijn vakgebieden werden verkeer, openbare orde en jeugd."

"Vanaf oktober 2000 ging ik voor de gemeente Brielle aan de slag als buitengewoon opsporingsambtenaar c.q vrijwillige politieman, tot aan mijn pensionering in 2012.” Toen Frans eenmaal met pensioen was, wilde hij nog niet achter de geraniums gaan zitten.

“Ik wilde bezig blijven en kreeg de kans om recherchewerk te gaan doen in het politiebureau van Spijkenisse voor twee dagen per week. "Die kans heb ik met twee handen aangegrepen. Ik voerde onderzoeken uit, zoals het horen van getuigen en verdachten en maakte processen-verbaal daarover op.” Aan deze werkzaamheden kwam op 17 maart van dit jaar een abrupt einde aan. “Door de coronacrisis kwam ik thuis te zitten. Ik behoor door mijn leeftijd tot de risicogroep.

Vorige week vrijdag liep de jaarlijkse dispensatietermijn af en had ik moeten zorgen voor een nieuwe dispensatie van twaalf maanden. Dat is gezien mijn leeftijd nodig om nog een jaar door te mogen gaan. Maar een nieuw verzoek voor nog eens twaalf maanden recherche werk heb ik niet meer aangevraagd.” Frans vindt het welletjes zo. “Het is mooi geweest. Na bijna 42 jaar stop ik er mee. Ik heb het politiewerk altijd met veel plezier gedaan, naast mijn baan als buschauffeur. Nu is het tijd voor andere dingen. Ik denk dat ik aan zo'n vierhonderd recherchezaken op het gebied van verkeer gewerkt heb.”

Of hem een anekdote te binnen schiet. Frans zucht bij die vraag. “Ik heb zo veel mee gemaakt. Ik zou zo gauw niet weten wat ik daar tussenuit moet pikken. Ik heb altijd een verbindende factor willen zijn. Contact met mensen; dat vond ik belangrijk. Jaren lang reed ik op mijn opvallende politie scooter door Brielle. Zo kwam ik overal waar ik nodig was. Ik heb de wandelaars van de avond vierdaagse begeleid. Ik heb bemiddeld bij ruzies, plaatselijke onderzoeken gedaan. Ik kwam waar ik nodig was."

"Ik zou niet weten hoeveel Briellenaren ik gesproken heb en ze hier en daar naar het juiste pad heb gewezen. En allemaal met veel plezier, hè”. Dat hij nog in 2011 uitgeroepen werd tot politievrijwilliger van het jaar en in 2019 koninklijk onderscheiden werd, brengt hij ook nog even ter sprake. "Ik ben daar best wel trots op." Er is al het nodige gezegd. Maar Frans is er nog niet." Ik stop niet helemaal. Wel bij de politie, maar als buurtbemiddelaar blijf ik nog wel actief. Want de omgang met mensen boeit mij nog steeds en ik kan op deze manier toch nog wat voor de maatschappij blijven betekenen."

Dan volgt nog iets heel anders. " Ik verheug me er op dat ik meer tijd krijg voor onze kinderen, kleinkinderen en familie. Een zwager is heel erg ziek. Ik ondersteun en help daar graag.” En dan tot slot: 'Thea en ik zijn al lang en gelukkig bij elkaar. Dit jaar zijn we 47 jaren getrouwd. Ik hoop daar nog de nodige jaartjes aan vast te plakken. Als dat geen mooi slot van dit gesprekje is.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant