
Wietze Jan Wezeman
Wietze Jan Wezeman, manager Zorg en Welzijn: ‘Het doet er allemaal echt toe’
Hij voelde zich al snel thuis bij Catharina, thuis op Voorne, zijn werkgever sinds september 2018. ‘Ik zit helemaal op mijn plek’ zegt Wietze Jan Wezeman, manager Zorg en Welzijn van Catharina. Vooral omdat hij zijn werk zo maatschappelijk relevant vindt. ‘Het doet er echt toe waar we mee bezig zijn. Het is een betrekkelijk kleine organisatie en dat betekent ook nog eens dat je er heel dicht op zit. Ik vind dat heel prettig werken. Ik zie me dan ook niet zo snel een baan in de petrochemie accepteren.’
Als manager bij Catharina is hij naast twee verpleeghuislocaties ook verantwoordelijk voor Welzijn Ouderen, de dagbesteding en de dokters en paramedici die in de verpleeghuizen actief zijn.
Mensenwerk, daar gaat het voor Wietze Jan om. Catharina, thuis op Voorne telt zo’n 350 medewerk(st) ers en circa 500 vrijwilligers. Hij is direct verantwoordelijk voor 150 mensen. ‘Ik ken ze allemaal’, laat hij weten en daarmee het belang nog eens onderstrepend. ‘En ze kennen mij ook.’ Zijn kantoor heeft een lage drempel; letterlijk maar vooral figuurlijk. ‘Ik wil zichtbaar en benaderbaar zijn.’ Die houding wordt binnen de organisatie bijzonder op prijs gesteld; mensen vinden het prettig om zonder problemen op Wietze Jan af te kunnen stappen. ‘Ik ben hier niet om in een studeerkamer beleid te gaan zitten schrijven.’
WELZIJN VOOR OUDEREN
Over wat welzijn voor ouderen is of moet zijn, heeft Wietze Jan een duidelijk beeld voor ogen. Proberen om samen met alle betrokkenen activiteiten met een duurzaam karakter te ontwikkelen met en voor oudere mensen. De nadruk legt hij daarbij nadrukkelijk op activerende activiteiten, zoals bewegen, samen naar buiten gaan, contacten leggen. ‘Het moet niet alleen passief zijn, zoals samen naar een film kijken. Dat is natuurlijk ook heel gezellig, maar minder relevant als het om bewegen gaat.’ Hij vindt dat de (van televisie) bekende professor Erik Scherder een punt heeft als hij zegt dat bewegen belangrijk is voor het menselijk lichaam, zeker ook als dat al wat ouder begint te worden. Wietze Jan wijst op de mensen met dementie in de verpleeghuizen. ‘Als je veel beweegt, ga je mentaal langzamer achteruit.’
ZELFSTANDIG THUIS
Bij ouderen is het welzijnswerk vooral gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig en gezond thuis kunnen wonen; een uitdrukkelijke wens van de rijksoverheid. Catharina werkt hierbij samen met de gemeenten en andere partijen, zoals Je Eigen Pad, PUSH en SBO. ‘We hebben wel een dilemma, want er zijn veel mensen die het leuk vinden om met elkaar een potje bingo te spelen of om samen naar die filmavond te gaan. Aan de andere kant zijn ouderen wijs en flexibel genoeg om te begrijpen dat bewegen heel belangrijk voor ze is en zijn ze heus wel bereid om in de veranderingen mee te gaan. Want een aantal activiteiten kunnen we als Welzijn Ouderen niet meer doen. Mensen snappen dat best.’
Meer welzijn betekent in de ogen van Wietze Jan minder zorg. ‘Als we een ton meer aan welzijn besteden, is er misschien wel drie ton minder voor de Wmo nodig’, is zijn grove rekensom. De gemeenten, die zowel het welzijn voor ouderen als de Wet maatschappelijke ondersteuning financieren, zouden hier toch gevoelig voor moeten zijn. ‘Maar hoe laat je dat zien’, zo vraagt de manager van Catharina zich hardop af. Binnenkort volgt een gesprek met de gemeenten waarbij dit onderwerp ongetwijfeld aan de orde komt.
VRIJWILLIGERS
Welzijn Ouderen is voor een groot deel afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. Het zorgt er ook voor dat het werk van Catharina betaalbaar blijft. ‘Zonder die vrijwilligers lukt het financieel gewoon niet. Die vrijwilligers zijn tegelijk ook een deel van de doelgroep waar Welzijn Ouderen zich op richt. Zij vinden het leuk om wat voor de nog oudere medemens te organiseren en beleven daar ook plezier aan.’ Wietze Jan is heel blij met ze.
Minstens zo blij is hij met de nagenoeg probleemloos verlopen verhuizing van de Infirmerie naar de nieuwe ruimte in Het Prinsenkwartier. ‘Het is niet voor iedereen even gemakkelijk om een vertrouwde omgeving in te ruilen voor iets nieuws. Gelukkig zijn steeds meer mensen blij met het nieuwe onderkomen. Uiteindelijk is het erg goed uitgepakt. Het tekent de veerkracht van onze vrijwilligers, want in het begin waren er toch wel wat zorgen. Of het er wat mee te maken heeft weet ik niet, maar het aantal vrijwilligers neemt, gelukkig, nog steeds toe.’