Hans ten voete uit
Hans ten voete uit Martin van Gurp
Zomaar een Briellenaar

Hans van Diggelen

Algemeen 1.967 keer gelezen

Hans van Diggelen heeft een moeilijk tijd achter de rug, maar pakte de draad weer op en hoe! 

Hans is een echte Briellenaar. Hij werd geboren in Rotterdam Zuid om als ventje van twee jaar in 1961 met zijn ouders mee te verhuizen naar Den Briel. ‘Dat kwam omdat mijn vader de zevende zaak namens de Rotterdamse eigenaar van platenzaak ‘Simonis’,  in Den Briel begon.’ Later nam de vader van Hans de Brielse platenzaak zaak over. ‘Ik heb de nodige jaren bij mijn vader in de zaak gewerkt. De liefde voor muziek voelde ik vanaf het eerste moment dat ik in die zaak werkte.’

Hans zocht na enkele jaren zijn heil in de Rotterdamse haven. Ik wilde ook dolgraag wat in de muziek blijven doen. Ik was bij dat ik in 1976 de vaste deejay van de Brielse discotheek Copacabana werd. Het was een goeie keuze, want ik ben daar maar liefst  25 jaar deejay geweest. Daardoor ken ik veel Briellenaren en veel Briellenaren kennen mij.’ Hans ontwikkelde zich in de loop van de tijd tot een professional. ‘Ik liet me inhuren voor allerlei feesten en partijen. Bijna niets was mij te gek Het was een heerlijke tijd.’ Terwijl hij dat zegt  glimmen zijn ogen en kijkt hij er ondeugend bij.

‘In 2010 vond ik mijn geluk en trouwde ik met mijn liefde. Wij gingen in Oostvoorne wonen.’ Zijn geluk kon niet op. ‘Ondertussen liet ik me in 2014 omscholen tot bewaker. Ik volgde opleidingen, deed examens en rolde zo in het vak van beveiliging. Dat was een goeie keus.’ Hans legt uit, wat hij bedoelt. ‘Het is de kunst om als bewaker/beveiliger op een professionele manier met mensen om te gaan. Als je dat kan, werkt dat de-escalerend als hier of daar spanningen ver oplopen. Dat werk had ik in mijn vingers. Ik kan, al zeg ik het zelf, goed met mensen en omstandigheden omgaan.’ Hij werkte voor bedrijven, voor artiesten, deed zijn werk op vliegvelden en kwam in de Kuip als beveiliger; ‘net als mijn beveiligingswerk in de Amsterdamse Arena, waar ik voor de Toppers in de weer was. ‘ Het leven lachte me toe. Geen vuiltje aan de lucht. Zo wilde ik wel honderd worden. Maar toen sloeg het noodlot toe.’ De moeilijke tijd die volgde, kwam als donderslag bij heldere hemel.

Vorig jaar viel Hans in huis. Hij lag daar zo maar ineens op de grond. ‘Het was maart 2020. Zo liep ik rond, zo lag ik in het ziekenhuis en kon me nog maar nauwelijks bewegen. Na een paar weken werd ik vanuit het ziekenhuis overgeplaatst naar revalidatiecentrum Rijndam in Rotterdam. Daar heb ik vijf maanden aan mijn herstel gewerkt. Sinds juli van het afgelopen jaar woon ik in de Plantage.’

Die dreun in maart van het vorige jaar was een mokerslag. Zijn leven kwam volledig op zijn kop te staan. ‘Maar dat is nog niet heel het verhaal’, zegt Hans. ‘In diezelfde tijd overkwam mijn vrouw precies hetzelfde, als wat mij overkomen was. Ze zakte zomaar in elkaar. Ik kan het gelukkig navertellen. Maar mijn vrouw niet. Zij overleed.’  Hans praat emotioneel en haalt zijn schouders op.

En nu?  ’Op naar morgen en doorgaan. Een andere keuze heb ik niet. Eén van mijn armen is nog een behoorlijk probleem en lopen lukt ook nog niet echt goed. Maar elke dag gaat het steeds een heel klein beetje beter.’ Daar houdt Hans zich aan vast. ‘Als ik de kans krijg, hoop ik nog eens te kunnen gaan optreden als deejay. Hier in de Plantage ga ik dat al eens uitproberen. Maar dan moet ik me er eerst goed toe in staat voelen. Zo ver ben ik nog niet’

Het is niet toevallig dat één wand in zijn kamer gevuld is met misschien wel meer dan duizend cd’s of meer. Tegen de andere wand in zijn kamer staat zijn bed met daar tegenover een professioneel mengpaneel met muziekboxen om ‘u’ tegen te zeggen. Bijzondere platen zoals die van Adri Troost over Den Briel en foto’s die herinneren aan zijn optredens, hangen aan de muur. De liefde voor muziek bestaat nog steeds en zal nooit verdwijnen. Na alles wat er gebeurd is, heeft Hans de draad weer opgepakt en hoe!.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant