Amateursport: clubs en trainers tussen hoop en vrees

Westvoorne/Brielle – De afgekondigde coronamaatregelen lieten de amateursportverenigingen achter in een stemming die zich beweegt tussen hoop en vrees. Want hoe moet het nu met de competities en wedstrijden als er na 17.00 uur niet meer mag worden getraind?

De trainers van de vijf voetbalclubs van Brielleen Westvoorne laten er geen twijfel over bestaan dat wedstrijden spelen zonder dat er getraind kan worden een uiterst onwenselijk is. 

KNVB
‘Een reactie van de KNVB namens de amateurvoetbalclubs in Nederland direct na de aankondiging dat Nederland de eerstkomende weken tussen vijf uur ’s avonds en vijf uur ’s ochtends in lockdown gaat was wel zo wenselijk geweest, ’ zegt trainer Harry Rusken van Rockanje. ‘In het afgelopen weekeinde wist niemand nog waar hij aan toe was. Maar de KNVB is zo’n groot en log lichaam. Daar gaat het dus allemaal niet zo snel. Dan krijg je dus dat clubs vooruitlopend op wat ze verwachten dat er gebeuren gaat, zelf hun plan voor de korte termijn trekken. Dat zag je natuurlijk al gebeuren toen er op de persconferentie van twee weken geleden werd aangekondigd dat er voorlopig geen publiek meer aanwezig mocht zijn bij de voetbalwedstrijden. Dat is voor veel clubs heel vervellend omdat een belangrijk deel van hun inkomsten afkomstig is uit de omzet in de kantine. De afgelastingen van geplande wedstrijden waren vorige week al niet van de lucht en die rezen in het afgelopen weekeinde helemaal de pan uit. De bijna algemeen heersende verwachting is dat de KNVB deze week de amateurvoetbalcompetities stil gaat leggen en dat er op zijn vroegst pas na de winterstop half januari weer gevoetbald gaat worden. Maar natuurlijk alleen als tegen die tijd de huidige coronamaatregelen niet meer van kracht zijn. Het is niet zo vreemd dat veel clubs dit afgelopen weekeinde besloten om de wedstrijden dan maar alvast af te blazen. Het weer werkte sowieso niet mee en als er in het land meer corona heerst dan ooit, is het begrijpelijk dat er zo voorzichtig mogelijk wordt gedaan om de nog verdere verspreiding tegen te gaan.’

OHVV
De angst voor opnieuw een algehele afgelasting van de amateursportcompetities hangt veel sportverenigingen als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Het zou de geloofwaardigheid van de wedstrijdsport in het geding brengen. De continuïteit zou verdwijnen en vrijblijvendheid in de sportbeleving ligt dan op de loer.

‘Ik kom uit het voetbal, dus daar haal ik mijn voorbeelden uit,’ zegt Harry Rusken. ‘OHVV vind ik zo’n voorbeeld. Het zou vreselijk zijn voor zo’n selectie als een kampioenschap en de promotie naar de derde klasse voor zo’n club voor de derde achtereenvolgende keer zou worden afgeblazen? Ik vind het sowieso al prijzenswaardig hoe ze er in Oudenhoorn in de afgelopen coronajaren in zijn geslaagd om de voetbalselectie bij elkaar te houden en gemotiveerd te houden. Maar OHVV bewijst tot dusver in de huidige competitie dat het opnieuw de absolute titelfavoriet in de vierde klasse I is. Ze hebben in acht duels zeven keer gewonnen en een keer gelijkgespeeld. Die zijn net als vorig jaar en het jaar daarvoor gewoon weer op weg naar het kampioenschap. Alleen al daarom is het gewoon belangrijk dat dit jaar de wedstrijden in de competities voor minstens twee derde deel worden gespeeld.’

Over de gevolgen van de huidige ontwikkelingen voor zijn groep bij Rockanje maakt Rusken zich minder zorgen. ‘Bij Rockanje voetballen we veel meer voor het plezier en het spelletje zelf,’ aldus de trainer die alweer voor het vierde seizoen actief is op sportpark Drenkeling. ‘Wij hoeven niet per se naar de derde klasse of nog hoger. Dat betekent niet dat we in de competitie maar wat lukraak aanrommelen. Want Rockanje heeft absoluut geen selectie die mag degraderen naar de vijfde klasse, die in het nieuwe seizoen wordt geformeerd. De teams die aan het einde van dit seizoen op de vier onderste plaatsten staan, gaan eruit. Onze start in de competitie was Rockanje onwaardig, maar we hebben nu weer twee keer op rij gewonnen en we zijn hard op weg naar een plek bij de eerste zes. Dat is waar wij ook thuishoren.’