Afbeelding
Een gesprek met...

Jan Struijs

Algemeen 354 keer gelezen

Hellevoetsluis – Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politie Vakbond woont alweer 24 jaar met veel plezier in Hellevoetsluis. Mocht u denken, ik ken die man ergens van, dan kan dat goed kloppen. Jan heeft best een bekend hoofd. Hij is regelmatig in de media te vinden. Van het NOS Journaal, verschillende actualiteitenprogramma’s en de landelijke dagbladen, allemaal vragen ze om zijn mening en zijn aanwezigheid. Zelf blijft Jan daar erg nuchter onder.  

Jeugd
Jan is geboren onder de rook van Rotterdam. “Ik ben samen met mijn zus opgegroeid in een leuk arbeidersgezin. Mijn moeder was een echte feministe en kwam altijd op voor vrouwenrechten. ‘Baas in eigen buik’ en zo. Mijn vader was zeeman. Toen er kinderen kwamen is hij aan wal gaan werken bij de kunstmestfabriek. Daar heeft hij zich in de loop der jaren omhoog gewerkt. Ik ben geboren in het centrum van Vlaardingen en later kregen we een echt arbeidershuisje met een tuin. Geweldig vond ik dat. De luxe van een eigen kamer en de overgang van teil naar een echte douche. Het was een leuke jeugd met veel buitenspelen op straat. Ik voel me nog altijd lekker op straat.

Carrière
Ik ben bij de politie begonnen als rechercheur. Later werd ik commissaris van Rotterdam en daarna directeur van de Politie Academie. Als rechercheur heb ik van alles en nog wat gedaan. Ik was veel in het buitenland en hield me daar bezig met de georganiseerde misdaad. Samen met buitenlandse collega’s rolden we bendes op die nu criminele stelsels worden genoemd. Ook kwamen we in actie bij Nederlandse belangen met een gijzeling bijvoorbeeld. Je komt dan vaak in gevaarlijke situaties terecht. Ik heb wel het nodige meegemaakt. Vaak heb ik gedacht, jeetje, daar zijn we even goed weggekomen. Daar stapte ik misschien iets te makkelijk overheen. Ik heb altijd het gevoel gehad, die eindronde ga ik wel halen. Misschien is dat altijd wel mijn optimisme geweest. Het is nooit zo onder mijn huid gekropen. Dat gebeurt toch wel vaak met politiemensen. Je kunt een zware mentale blessure oplopen door het politiewerk.

De Nederlandse Politie Vakbond
De Nederlandse politie Vakbond, de NPB, is de grootste politievakbond van het land. Eén van de taken van deze bond is het begeleiden van die politiemensen die in de problemen komen. Dat kan om mentale en juridische problemen gaan. We hebben daarvoor veel advocaten en juristen in dienst. Het is hard werken. Ik werk zo’n 80 uur in de week, ik bemoei me met van alles en nog wat. Samen met de minister van Justitie en Veiligheid bespreek ik de arbeidsvoorwaarden, de salarissen en de hoogte van de pensioenen. We hebben nu een goede CAO, maar door de inflatie moeten we toch weer aan de bak. De bond heeft het echt hartstikke druk. Als ik naar de nieuwe lichting kijk van politiemensen ben ik hoopvol gestemd. Het is een groep echt gemotiveerde mensen. Ik praat graag met nieuwe politiemensen. Als voorzitter probeer ik dicht bij mijn mensen te blijven. Dat zou ik de lokale politici van Hellevoetsluis ook wel mee willen geven. Zeker met zo’n fusie is het juist belangrijk om dicht bij je inwoners te blijven staan.

Hellevoetsluis
Door de liefde ben ik in Hellevoetsluis terecht gekomen. Ik kwam Mirjam tegen en zij woonde hier al. Ze had hier een leuk huis dus ben ik bij haar gaan wonen. Ik woon nu ondertussen alweer 24 jaar in Hellevoetsluis. We hebben drie kinderen. Liselotte, de oudste is ondertussen al het huis uit. Zij is mij achterna gegaan in het vakbondswerk. Thijs, onze zoon heeft een mooie baan in de haven. Emma is de jongste en is net afgestudeerd. Ik woon met veel plezier in Hellevoetsluis. Het zou wat mij betreft wat meer mogen bruisen. Mijn favoriete plek in Hellevoetsluis is Sportschool Todz. Daar zitten mijn grootste critici. Als ik dan weer eens met mijn hoofd op de televisie ben geweest krijg ik eerlijke reacties. Dat is leuk om te horen. Ik ben toch wel een beetje een publiek figuur. Ik krijg soms wel 10 mediaverzoeken per dag. Ik zeg wel altijd: als ik aan quizzen ga meedoen mogen jullie me eruit gooien.  

Narcostaat 2.0
Nederland is een Narcostaat 2.0, was het eerste wat ik riep in mijn functie als voorzitter van de NPB. Ik sprak met veel rechercheurs die voorspelden toen al dat we te veel ‘kleine vissen’ vingen en de ‘grote vissen’ lieten zwemmen. We hebben destijds de situatie onderschat en waren veel te naïef. Ik wilde de drugscriminaliteit op de kaart zetten. Dit probleem goed aanpakken kun je niet alleen, daar heb je ook bestuurders en burgemeesters voor nodig. Je moet durven kijken naar de effecten van drugsgebruik. De prijs van coke is een goede graadmeter en die is onveranderd laag. Ik ben veel in Zuid-Amerika geweest en als je ziet wat daar geproduceerd wordt, dat is niet bij te benen. Het kat en muisspel blijft zo eeuwig aan de gang. Het gebruik van drugs in Nederland is heel groot. Ik zie bij festivals dat XTC helemaal genormaliseerd is. Als het zo opzichtig gebeurt en er wordt niet opgetreden geef je een verkeerd signaal af. Een burgemeester zou dan eigenlijk de vergunning van zo’n festival moeten intrekken.

De politiek
Ik geef heel vaak aan dat we veel te veel werk hebben en een enorme onderbezetting. We zijn te weinig zichtbaar als politie. Dat geldt overal, dus ook in Hellevoetsluis. De zichtbaarheid en toegankelijkheid van de politie moet weer op de agenda staan. Ik ben de laatste tijd bij alle politieke partijen uitgenodigd om over veiligheid te komen praten. Ik heb ook met de minister gesproken, want hoeveel onveiligheid accepteren we nog in dit land? De verkiezingsprogramma’s van de meeste partijen zijn al per concept klaar. Er komen weer verkiezingen aan. Nu is de burger aan het woord.

Vechten voor de veiligheid
Voor je levensbestaan is het heel belangrijk dat je je veilig voelt. Onveiligheid gaat niet alleen over de getallen. Het gaat erom hoe mensen zich voelen. Als je ‘s avonds met je kinderen om tafel zit en ze kunnen de drugsdealers bij hun school bij naam noemen, geeft dat geen veilig gevoel. Je hebt mensen die hun huis niet uit durven omdat er gedeald wordt in hun straat. Ik sprak laatst met een mevrouw uit Rotterdam die een pinautomaat nabij haar huis had en uit angst voor een plofkraak haar kinderen naar een andere slaapkamer had verhuisd. We gaan ons als NPB steeds harder opstellen want hoeveel onveiligheid willen wij accepteren. Dat is natuurlijk ook een politieke vraag. Als we niet in veiligheid gaan investeren moet je de onveiligheid maar gaan accepteren. Ik vind dat de veiligheid de laatste jaren in de uitverkoop is gegaan. Ik ben niet pessimistisch maar ik ben ook niet optimistisch. Het is hard werken om meer veiligheid voor elkaar te krijgen. Het politievak is een heel leuk en uitdagend beroep. Ik zou mijn carrière zo weer overdoen.”

Foto’s: NPB-fotoarchief.

Afbeelding

Uit de krant