Afbeelding

Bloedige bevrijding van Brielle!

Actueel 912 keer gelezen

Burgers van Brielle en omstreken! Denk niet dat het hier gaat om het verhaal van de bevrijding van Brielle door de Watergeuzen in 1572. Dat verhaal zinkt in het niet bij dit verhaal dat gaat over de bevrijding van Brielle van de Fransen in 1813. Een bevrijding die geheel op het conto komt te staan van de burgers van Brielle en niet zoals in 1572 door een stelletje moordende en plunderende zeerovers waaronder maar 1 Briellenaar (wel een goeie overigens!)

Ik neem u terug in de tijd tot 30 november 1813. Mijn naam: Johannes Hendrik Lux.

Brielle is sinds 23 januari 1795 in Franse handen en dat hebben we geweten ook!

In ons stadje wonen 3567 mensen en we moesten rond de 1000 man buitenlandse troepen onderbrengen; dat waren niet alleen Fransen, het waren voor het merendeel gevangen genomen Pruisen die verplicht in Franse dienst waren! Die krijgsgevangenen brachten ook nog eens smerige ziektes met zich mee. Ieder huishouden had wel iemand ingekwartierd! En die moesten allemaal gevoed worden.Op onze kosten natuurlijk!

Bovendien werd ons een belangrijk privilege onthouden, nl dat al het koren van Voorne in Brielle moest worden verkocht.Daar ging onze handel!

En in onze prachtige Sint Catharijne moesten van alle grafstenen de titels en wapens worden afgebeiteld. Dat onder het mom van Vrijheid en Gelijkheid (Broederschap volgde pas rond 1850).

Zelfs Briellenaren werden opgeroepen om tot de Nationale Garde toe te treden. De Fransen hadden de doopboeken ingepikt en daarin stond netjes genoteerd wanneer iemand was geboren, gedoopt en waar die woonde. En zo werd ook ik ingedeeld bij het Brielse Garnizoen. Ik ben Commandant van de kustbatterij en heb daarbij ook de verantwoording voor opslag en bewaking van kanonnetjes in Bastion VII.

Het was de hele maand november al onrustig in Brielle geweest. Hier op de hoek in het Café van Lammert van Santen werd door enigszins aangeschoten boeren al het Oranje boven gezongen omdat Napoleon nederlaag op nederlaag leed. De Franse commandant, Jean Marchapt stormde even later naar binnen om ze letterlijk mores te leren; maar door tussenkomst van een verstandige burger werden ze van een wisse dood gered.

Ds Pouw had een groep mensen georganiseerd en wilde vorige week nog proberen het Franse juk af te werpen. Helaas werd de boel verraden, maar Ds Pouw is op tijd gevlucht.

Als gevolg van de oplopende spanningen is een groot gedeelte van de krijgsgevangenen al gevlucht. Ik heb gisteren gehoord en gezien dat de Franse commandant zijn maatregelen heeft genomen. Hier op de Markt werd op elke straathoek een kanon geplaatst; Hellevoetsluis is om 200 man versterking gevraagd; Franse mariniers. Achter het gevang, bij het Heultje is een extra bewakingsgarnizoen geplaatst onder leiding van een Briellenaar, nl Anthony Hendrik van Kruijne. Die was een vertrouweling van de Franse commandant, maar wat de heer Marchapt niet wist; ik had samen met Anthony in de klas gezeten. En dat bracht me op een idee. Gevaarlijk, maar de nood was hoog.

Ik ontvouwde mijn plan aan sergeant-majoor Labrijn; een echte fan van de Oranjes. Hij was meteen enthousiast, maar wees ook op een zwakke schakel. Het was o.a. de bedoeling via allerlei steegjes een kanonnetje naar de Koopmanstraat te slepen om van daaruit de Fransen onder vuur te nemen. Echter, aan de achterkant van het Stadhuis, bij de ingang van het gevang hadden de Fransen bewaking ingesteld. Die moest eerst worden uitgeschakeld. Hij kwam ook met de oplossing hoe. Even simpel als effectief. Het was al dagenlang steenkoud en de grachten waren al bevroren. De bewaker zou vast wel een zoopie lusten!! Omwonenden, die in het complot zaten zouden morgenochtend om een uur of 10 beginnen met de bewaker zoopies te brengen om hem onbekwaam te maken zodat wij de Koopmanstraat ongemerkt konden bereiken. Een ander essentieel onderdeel van het plan was om een groep via de

Zuidpoort door de Nobelstraat te laten oprukken met 1 van de kanonnetjes zodat we de Fransen van 2 kanten onder vuur konden nemen.Na alles nog eens zorgvuldig te hebben overwogen gingen we slapen. Althans, dat dachten we! 's Avonds laat kwam er een ordonnans uit Den Haag aangesneld en meldde dat de Prins van Oranje uit Engeland was gekomen en in Scheveningen voet op Nederlandse bodem had gezet. Dat bracht hoop in onze harten. We kwamen meteen in actie! We maakten pamfletten en plakten die op de onderkomens van de laatste krijgsgevangenen die nog onder Franse wapenen waren. Het werd een onrustige nacht! Zou het ons lukken? Zou ik het overleven en zou Anthony als we daar aankwamen wel willen meewerken?

De ochtend van 1 december breekt aan. We sluipen door steegjes en sloopjes naar Bastion VII aan het einde van de Langestraat. Ik ontsloot het magazijn en we sleepten 2 kanonnen weg. De ene groep vertrekt al sluipend en kruipend en zeulend naar de Zuidpoort en overmeestert de Fransen die de poort bewaakten. Deze in handen te hebben is erg belangrijk omdat daar de versterking uit Hellevoetsluis zou kunnen komen binnenmarcheren. Ze sluiten de poort en als het moment daar is, rukken ze op via het Zuideinde. Voor het einde van de Nobelstraat stellen ze zich verdekt op; vanaf de Markt zijn ze dan net niet te zien door de bocht vlak voor de Schoolstraat(Queenboroughstraat!!) Nu is het voor hen wachten op het juiste moment.

Alle Fransen hadden zich inmiddels op of rond de Markt en de Hoofdwacht verzameld om een eventuele opstand de kop in te drukken. Dat gaf een andere groep de gelegenheid om alle belangrijke bruggen op te halen zodat de Fransen niet weg konden.

Inmiddels was de bewaker bij het gevang behoorlijk lam.We zouden ons kanonnetje bij de Koopmanstraat kunnen installeren als tenminste het garnizoen van van Kruijne zich aan onze kant zou scharen. Een belangrijke taak was mij toebedicht. Via de tuinen achter de Latijnse school sloop ik richting het Heultje en legde voorzichtig contact met van Kruijne. Hij was uitermate verrast over onze stoutmoedige plannen en de vergevorderdheid daarvan. Als een rechtgeaarde Briellenaar en Oranjeman koos hij al snel onze kant. Onmiddellijk werd vanuit de Koopmansraat het vuur geopend op de Fransen op de Markt. Dat was het sein voor de groep bij de Schoolstraat om door de Nobelstraat richting Markt op te rukken om zo de Fransen van die kant uit aan te vallen. Er werd flink geschoten en er vielen natuurlijk ook slachtoffers. Door de rook van alle kanonnen, maar vooral van die in de Nobelstraat konden de Fransen niet goed zien of het de beloofde mariniers uit Hellevoetsluis waren. En dat kwam ze duur te staan.

Er was namelijk een lumineus idee gelanceerd en direct uitgevoerd. De achterkant van het gevang, en daarmee een doorgang naar het Stadhuis was nu geheel vrij. De Fransen die nu toch in de gaten hadden dat het niet hun vrienden uit Hellevoetsluis waren die door de Nobelstraat oprukten richten zich nu op hen en dat gaf ons de gelegenheid om het gevang door te lopen, het Stadhuis door naar de eerste verdieping en van daar af de Fransen van boven onder vuur te nemen. Daar hadden ze niet van terug. En hoewel er nog slachtoffers vielen duurde het niet lang meer of de Franse commandant gaf zich met zijn overgebleven manschappen over. Om 6 uur die avond werd toen de Oranjevlag op de Sint Catharijne gehesen en de gehate Franse driekleur verdween.De man die dat deed, was iemand uit het garnizoen van van Kruijne, Tinus Oosterman. Nog wel een Hellevoeter! Iedereen was door het dolle heen en er werd flink feest gevierd.

Maar het was Sergeant-majoor Labrijn die zijn hoofd helder hield. Hij vergat niet dat er 200 Franse mariniers uit Hellevoetsluis onderweg naar Brielle waren en zorgde ervoor dat vanaf Bastion VII de Hellevoetse Straatweg onder vuur kon worden genomen.Een Frans kanon van de Markt werd naar de Zuidpoort gesleept. Daar waren de Fransen inmiddels gearriveerd en eisten dat de Poort werd geopend. Toen we het vuur op ze openden was het pleit snel beslecht en kozen de Franse mariniers het hazenpad. En toen was Brielle echt vrij!!!

Het had ettelijke mensen het leven gekost en er waren tientallen gewonden gevallen aan beide zijden. Kennelijk had deze bloedige strijd zoveel indruk in Den Haag gemaakt dat het de koning in 1814 behaagde om mij en 15 burgers een soort Millitaire Willemsorde uit te reiken. Het was de Belooningspenning van Den Briel 1813. Het was een zilveren penning met het opschrift:Voor Moed en Vaderlandsliefde. Het mooiste geschenk voor mij was echter het feit dat die medaille werd uitgereikt op 1 April!! Om duidelijk te maken dat de echte bevrijding van Brielle begon op 1 december 1813. Een bevrijding afgedwongen door Briellenaren en niet door een stelletje zeerovers.Elke 1 december wordt daarom op de toren van de St Catharijne de Oranje vlag gehesen; in 2013 gedenken we dus dat het 200 jaar geleden is dat Brielle echt werd bevrijd. Ik hoop dat dat net zo groots gevierd als nu 1 april.En dat we dan met gepaste trots en naar waarheid kunnen zeggen: Libertatis Primitiae; eerstelingen der vrijheid. U bent daar allen voor uitgenodigd. Ik dank u voor uw aandacht.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant