Foto: Openbaar Ministerie
Foto: Openbaar Ministerie Foto: Openbaar Ministerie

Spijkenisser betrokken bij martelpraktijken

De Landelijke Eenheid heeft op 22 juni zes mannen aangehouden, die worden verdacht van het voorbereiden van ontvoeringen en gijzelingen in het criminele milieu. Onder hen een man uit Spijkenisse.

In een loods in Wouwse Plantage trof de politie bij een inval zeven zeecontainers aan, waarvan er zes waren ingericht als gevangeniscel. Een zevende noemden de verdachten de 'behandelkamer', overduidelijk bedoeld en in gereedheid gebracht om mensen te martelen.

Het onderzoek startte in april naar aanleiding van de verdenking dat een 40-jarige man uit Den Haag betrokken was bij drugshandel en het voorbereiden van een liquidatie. Hij leidde een bestaan onder de radar, maar financieel onderzoek bracht aan het licht dat hij vermoedelijk een loods in Wouwse Plantage in gebruik had. Juist toen de politie haar aandacht op die loods richtte, kreeg zij van een ander rechercheteam inzage in belangrijke chatberichten die de verdachte met een cryptotelefoon verzond en ontving. Die berichten verstuurd via EncroChat werden live onderschept in het onderzoek Lemont, dat vorige week openbaar is gemaakt.

In die berichten werden foto’s verstuurd van een loods en een zeecontainer waarin een tandartsstoel stond, met riemen aan de armleuningen en de voetensteun. Er werd gesproken over ontvoeren en martelen; de loods zou de week erna klaar zijn. De aanstaande ontvoeringen leken met grote precisie te worden voorbereid.

De recherche nam de loods onmiddellijk onder observatie. Vanaf medio april zagen rechercheurs enkele mannen bijna dagelijks aan de zeecontainers klussen. Eén van hen, een 44-jarige man uit Nieuwegein, had ook ontmoetingen met de hoofdverdachte uit Den Haag, en diens 43-jarige handlanger uit Rotterdam. De combinatie van onderschepte EncroChat-berichten met observaties van de ontmoetingen van de verdachten leidde tot hun identificatie. Uit de berichten bleek dat de groep ook een tweede loods in gebruik had. Die leek dienst te moeten gaan doen als uitvalsbasis van het criminele arrestatieteam inclusief snelle auto’s wapens en kogelwerende vesten.

Gedurende het onderzoek Lemont werden chatberichten live onderschept. Daaruit kon worden afgeleid wie beoogde slachtoffers waren. Zij werden door de politie gewaarschuwd en doken elders onder. Daardoor, en dankzij permanent cameratoezicht van de recherche in en nabij de loods konden voorbereide ontvoeringen, gijzelingen en andere ernstige geweldsmisdrijven worden voorkomen. Toen de cellen nagenoeg klaar leken werd besloten om in te grijpen.

Op 22 juni zijn op 13 locaties doorzoekingen gedaan en hield de politie de verdachten aan. Zij zitten voorlopig drie maanden vast.